olie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • olie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘vette vloeistof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord olie oliën
olies
verkleinwoord olietje olietjes

Zelfstandig naamwoord

olie v/m

  1. (scheikunde) vettige vloeistof
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Olie in het vuur gooien.
iets doen waardoor de ruzie opnieuw begint of oplaait
  • Olie op de golven gieten
door iets te zeggen of doen de mensen rustiger laten worden
  • De olie in de lamp is op.
het geld is op
  • In de olie zijn
dronken zijn
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
oliën

olie

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oliën
    • Ik olie. 
  2. gebiedende wijs van oliën
    • Olie! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oliën
    • Olie je? 

Gangbaarheid

  • Het woord olie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.