oever

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oever    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈuvər/
Woordafbreking
  • oe·ver
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘rivierrand, kade’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord oever oevers
verkleinwoord oevertje oevertjes

Zelfstandig naamwoord

oever m [3]

  1. (waterstaat) een rand van kanaal, rivier of meer
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.