noen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • noen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noen -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

noen m

  1. (tijdrekening) twaalf uur in de middag
    • Pas tegen de noen zou de jongen tevoorschijn komen.[3] 
Synoniemen
Antoniemen
enkelvoud meervoud
naamwoord noen noens
verkleinwoord

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als vrouwelijk zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoord

noen v/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) veertiende letter van het alfabet
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) getal vijftig
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord noen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈnuːən /
Woordafbreking
  • no·en
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord nǫkurr.
Naar frequentie 60
  enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig
voornaamwoord   noen     noen     noe     noen  

Onbepaald voornaamwoord

noen, m/v

  1. iemand, mannelijke en vrouwelijke vorm enkelvoud van het onbepaalde voornaamwoord noen
  2. een of ander, een

Onbepaald voornaamwoord

noen, mv

  1. enkele
  2. sommige
  1. «Hotellet har 31 rom, noen rom med utsikt mot Trysilfjellet.»
    Het hotel heeft 31 kamers, sommige kamers met uitzicht op de bergen van Trysil.

Nynorsk

Onbepaald voornaamwoord

noen

  1. verouderde spelling of vorm van nokon van vóór 2012
(verouderd) mannelijke en vrouwelijke vorm enkelvoud en meervoudsvorm van het onbepaalde voornaamwoord noen

West-Vlaams

Zelfstandig naamwoord

noen

  1. middag
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.