nietswaardig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • niets·waar·dig
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘zonder innerlijke waarde, gemeen’ voor het eerst aangetroffen in 1734 [1]
  • samenstelling van  niets   en  waardig  [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen nietswaardignietswaardigernietswaardigst
verbogen nietswaardigenietswaardigerenietswaardigste
partitief nietswaardigsnietswaardigers-

Bijvoeglijk naamwoord

nietswaardig [3]

  1. zonder enige waarde, onbeduidend, onbelangrijk, pet
    • "Tussen stront en pis worden wij geboren," zei Augustinus, "dus óf we zijn net zo nietswaardig als stront en pis, óf stront en pis zijn van hetzelfde gehalte als waar we ons zelf voor aanzien." [4] 
  1. slecht, gemeen, zondig, onwaardig, miserabel
    • De hoofdpersoon uit de roman heeft een dubbele moord gepleegd, op een oude woekeraarster en op haar zuster. De slachtoffers zijn niet bepaald kroonjuwelen van de menselijke soort en niemand zal ze missen. Omdat niemand Raskolnikov heeft gezien bij het plegen van zijn daad zou hij gewoon kunnen doorleven, maar Raskolnikov wordt overmand door wroeging en geeft zichzelf aan. Hij beseft dat hij geen Übermensch is, maar even nietswaardig als alle andere mensen. [5] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nietswaardig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.