onbelangrijk
Nederlands
Woordafbreking
- on·be·lang·rijk
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van belangrijk met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbelangrijk | onbelangrijker | onbelangrijkst |
verbogen | onbelangrijke | onbelangrijkere | onbelangrijkste |
partitief | onbelangrijks | onbelangrijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onbelangrijk
- niet van belang
- Daarmee was zijn bijdrage alleen maar onbelangrijker geworden.
Gangbaarheid
- Het woord onbelangrijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onbelangrijk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.