nefroloog

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·fro·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Griekse νεφρόςnephros, "nier" met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord nefroloog nefrologen
verkleinwoord nefroloogje nefroloogjes

Zelfstandig naamwoord

nefroloog m

  1. (beroep), (medisch) een specialist die de nefrologie beoefent, een arts die zich bezighoud met nieraandoeningen
    • Mijn neef is een nefroloog. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nefroloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.