naturist
Nederlands
Woordafbreking
- na·tu·rist
Zelfstandig naamwoord
naturist m
- (maatschappij) iemand die het naturisme belijdt en eraan deelneemt
- Ik ben al heel lang naturist.
Afgeleide begrippen
- naturistenbond, naturistencamping, naturistenkamp, naturistenpark, naturistenterrein, naturistenvereniging, naturistisch
Gangbaarheid
- Het woord naturist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'naturist' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.