naturisme

Niet te verwarren met: naturalisme

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·tu·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord naturisme
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

naturisme o

  1. levensstijl waarbij men geen kleren draagt, m.n. in gemeenschappelijk verband
    • Het naturisme kwam op zijn pad, een bevrijding; status en uiterlijk telden niet meer mee.[1] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord naturisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Anne-Gine Goemans, Honolulu King, 2015
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.