natafelen
Nederlands
Woordafbreking
- na·ta·fe·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na bw en tafelen ww
Werkwoord
natafelen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
natafelen |
tafelde na |
nagetafeld |
zwak -d | volledig |
- na het eten aan tafel blijven zitten om nog wat te praten
- Gezellig natafelen bij de theatervoorstelling ‘Anne’: is het heiligschennis of een symptoom van deze tijd? ‘In de herdenking van de Holocaust is Anne Frank een icoonfiguur. Wat je ook doet: het wordt al gauw beladen.’ [2]
- Zijn publiek blijft graag nog even natafelen, heeft hij gemerkt. Theatermaker Iwan Dam laat er de afwas graag voor staan. "Het is een van de leuke dingen aan deze act: het maakt iets los waardoor mensen blijven hangen en met elkaar aan de praat raken."[3]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord natafelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'natafelen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 6 mei 2014 Geert Van Der Speeten
- Tubantia 19 mei 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.