naamplaat
Nederlands
Woordafbreking
- naam·plaat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van naam en plaat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naamplaat | naamplaten |
verkleinwoord | naamplaatje | naamplaatjes |
Zelfstandig naamwoord
naamplaat v/m
- aangebracht vlak van stevig materiaal, bestemd voor een vermelding hoe iets of iemand wordt genoemd
- De naamplaat aan de Jip Golsteijnbrug leek aan vervanging toe.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord naamplaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'naamplaat' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.