naamplaat

Nederlands

De naamplaat aan de Jip Golsteijnbrug
Uitspraak
  • Geluid:  naamplaat    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnamplat/
Woordafbreking
  • naam·plaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord naamplaat naamplaten
verkleinwoord naamplaatje naamplaatjes

Zelfstandig naamwoord

naamplaat v/m

  1. aangebracht vlak van stevig materiaal, bestemd voor een vermelding hoe iets of iemand wordt genoemd
    • De naamplaat aan de Jip Golsteijnbrug leek aan vervanging toe. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord naamplaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.