mutatie
Nederlands
Woordafbreking
- mu·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verandering’ voor het eerst aangetroffen in 1523 [1]
- Naamwoord van handeling van muteren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mutatie | mutaties |
verkleinwoord | mutatietje | mutatietjes |
Zelfstandig naamwoord
mutatie v
- (medisch), (biologie) een sprongsgewijze erfelijke verandering, sprongmutatie
- verandering, met name van gegevens in de (informatica)
Hyponiemen
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
1. een sprongsgewijze verandering
Gangbaarheid
- Het woord mutatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mutatie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.