muntgeld
Nederlands
![](../I/m/Chinese-bronze-coins.jpg)
Chinees muntgeld uit verschillende perioden
![](../I/m/Muntenbord.jpg)
muntgeld met Koning Willem-Alexander
Woordafbreking
- muntĀ·geld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van munt en geld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muntgeld | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
muntgeld o
- een stuk materie, veelal metaal, dat als geld gebruikt wordt, gewoonlijk in de vorm van een rond, plat schijfje
- Het idee dat Alexander enorme hoeveelheden geld in omloop bracht en zo de economie een broodnodige stimulans gaf nadat de Perzen twee eeuwen lang het edelmetaal alleen maar hadden opgepot, is domweg onjuist, omdat lang niet alle buit werd omgezet in muntgeld. [1]
Gangbaarheid
- Het woord muntgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'muntgeld' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Jona Lendering 3 maart 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.