muntstuk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • munt·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muntstuk muntstukken
verkleinwoord muntstukje muntstukjes

Zelfstandig naamwoord

muntstuk o

  1. een geslagen stuk metaal, veelal rond van vorm, dat als betaalmiddel fungeert
    • Je hebt voor deze automaat twee muntstukken van een euro nodig. 

Gangbaarheid

  • Het woord muntstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.