moven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: moven (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈmuː.və(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈmuː.və(n)/
Woordafbreking
- mo·ven
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘weg wezen’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- Afkomstig van het Engelse move.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
moven |
movede |
gemoved |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
moven
- Ik heb nu genoeg van je, moven!
- aan de kant gaan
- Move es een end, dan kan ik er nog bij naast.
Gangbaarheid
- Het woord moven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'moven' herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.