most

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • most
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘nog niet gegist druivensap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord most mosten
verkleinwoord mostje mostjes

Zelfstandig naamwoord

most m

  1. gistend vruchtensap, meestal van druiven
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord most staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
43 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Hongaars

Bijwoord

most

  1. nu


Pools

Zelfstandig naamwoord

most m

  1. brug
Verbuiging
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.