specie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spe·cie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘muntgeld’ voor het eerst aangetroffen in 1621 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord specie species
speciën
verkleinwoord specietje specietjes

Zelfstandig naamwoord

specie v [3]

  1. (bouwkunde) mengsel waarmee wordt gewerkt (bij het metselen, stukadoren, pleisteren etc.)
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • speciemolen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord specie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.