metselen

Metselen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  metselen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɛtsəˌlə(n)/
Woordafbreking
  • met·se·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bouwen met mortel en stenen’ voor het eerst aangetroffen in 1360 [1]
  • Iteratief van metsen, dat tegenwoordig enkel nog in het Zuidnederlands frequent is. Dit is een Romaans leenwoord, vergelijkbaar met het Franse maçon.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
metselen
/ˈmɛtsəˌlə(n)/
metselde
/ˈmɛtsəˌldə/
gemetseld
/ɣəˈmɛtsəˌɫt/
zwak -d volledig

Werkwoord

metselen

  1. overgankelijk, (bouwkunde) losse stenen met voegspecie samenvoegen om zo een muur te bouwen
    • In een mum van tijd metselden zij een nieuwe muur. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord metselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.