monogram
![](../I/m/VOC_stone.jpg)
Het monogram van de VOC
Nederlands
Woordafbreking
- mo·no·gram
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘figuur van dooreengevlochten (begin)letters’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
- met het voorvoegsel mono- met het achtervoegsel -gram [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monogram | monogrammen |
verkleinwoord | monogrammetje | monogrammetjes |
Zelfstandig naamwoord
monogram o
- een figuur waarin de initialen van een naam op kunstzinnige wijze zijn verweven
- Haar zelfontworpen monogram gebruikt zij ook als ex-libris.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- monogrammist
Verwante begrippen
- handtekening, herkenningsteken, logo, logogram, paraaf, schriftteken, stempel, zegel
Vertalingen
1. figuur met initialen
Gangbaarheid
- Het woord monogram staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'monogram' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.