mismaken
Nederlands
Woordafbreking
- mis·ma·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mis bw en maken ww
Werkwoord
mismaken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mismaken |
mismaakte |
mismaakt |
zwak -t | volledig |
- iets kapot maken
- De eigenaren van V&D zijn Amerikanen. Hebben niets met onze cultuur te maken, zijn alleen geïnteresseerd in snelle megawinsten voor hun aandeelhouders, plunderen en mismaken het bedrijf voor super winsten dwars tegen onze Hollandse cultuur in. Als het even tegenzit, laten ze het bedrijf als een rotte appel vallen. [2]
- Ook de andere vrouwen vertelden over verkrachtingen. Een prostituee kreeg te horen: "Ik brand je ogen uit. Ik mismaak je. Je bent een hond. Ik stuur een junkie op je af en die snijdt je buik van onder naar boven open." [3]
Gangbaarheid
- Het woord mismaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mismaken' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Telegraaf 09 feb. 2015 'Het kapitalisme slaat door'
- Het Parool PAUL VUGTS 16 APRIL 2016 Albanese pooiers na slepende rechtsgang achter tralies
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.