mem

Nederlands

memmen
Uitspraak
  • Geluid:  mem    (hulp, bestand)
  • IPA: /mɛm/
Woordafbreking
  • mem
Woordherkomst en -opbouw
[1] enkelvoud meervoud
naamwoord mem memmen
verkleinwoord memmetje memmetjes
[2, 3] enkelvoud meervoud
naamwoord mem mems
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

mem v [2] [3]

  1. (informeel) (anatomie) borst (van een vrouw)
    • wat heeft die griet een grote memmen 
  1. (Jiddisch-Hebreeuws) dertiende letter van het alfabet
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) getal veertig
Synoniemen
Hyponiemen
  • [1] toetmem
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord mem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
42 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Fries

Zelfstandig naamwoord

mem g

  1. moeder


Ido

Bijwoord

mem

  1. zelfs


Veluws

Zelfstandig naamwoord

mem

  1. speen
  2. tepel
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.