mem
Nederlands
Woordafbreking
- mem
Woordherkomst en -opbouw
[1] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | mem | memmen |
verkleinwoord | memmetje | memmetjes |
[2, 3] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | mem | mems |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- wat heeft die griet een grote memmen
- (Jiddisch-Hebreeuws) dertiende letter van het alfabet
- (Jiddisch-Hebreeuws) getal veertig
Hyponiemen
- [1] toetmem
Gangbaarheid
- Het woord mem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mem' herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.