tiet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tiet
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘borst’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1858 [1]
  • In de betekenis van ‘kip’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1600 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord tiet tieten
verkleinwoord tietje tietjes

Zelfstandig naamwoord

tiet v/m

  1. (informeel) vrouwelijke borst
    • De hele zaal scandeerde 'wij willen tieten zien!'. 
    • Laatst viel mijn blik ergens op
      Het was dat mokkel van om de hoek,
      met die lekkere tieten
      Helaas was het tomatensoep
       [2]
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.