mate

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·te
enkelvoud meervoud
naamwoord mate -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

mate v/m [1] [2]

  1. graad, een hoeveelheid van iets abstracts, maat
    • Hij daagde de man in die mate uit dat de man hem sloeg. 
    • De wethouder stelt dat er extra geld is gereserveerd om de eikenprocessierups te bestrijden en om te voorkomen dat evenementen niet of zeer beperkt door kunnen gaan zoals vorig jaar. “De hotspots zijn in beeld en Gildebor staat klaar waar nodig. Veel zal afhangen van de weersomstandigheden en de mate van de plaag. Als het warmer is zal de rupsenplaag zich eerder voordoen.” [3] 
  1. (plantkunde) Ilex paraguariensis , de mateplant [4]
  2. (drinken) een drank die van bovengenoemde plant wordt gemaakt (en waar Che Guevara dol op was)
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord mate staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˡmɑːtə/
Woordafbreking
  • ma·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Noorse zelfstandige naamwoord mat.
Naar frequentie 3919
vervoeging
onbepaalde wijs mate
tegenwoordige tijd mater
verleden tijd matet
mata
voltooid
deelwoord
matet
mata
onvoltooid
deelwoord
matende
lijdende vorm mates
gebiedende wijs mat
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

Werkwoord

mate

  1. overgankelijk voederen, voeren
  1. «Vi forsøkte å mate uglen med en mus.»
    We hebben geprobeerd, de uil met een muis te voeren.



Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˡmɑːtə/
Woordafbreking
  • ma·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Nynorske zelfstandige naamwoord mat.
vervoeging
onbepaalde wijs mate
mata
tegenwoordige tijd matar
verleden tijd mata
voltooid
deelwoord
mata
onvoltooid
deelwoord
matande
lijdende vorm matast
(bijvorm): matas
gebiedende wijs mat
mata
mate
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

mate

  1. overgankelijk voederen, voeren
Schrijfwijzen



Spaans

enkelvoud meervoud
mate mates

Zelfstandig naamwoord

mate m

  1. (schaak) mat, schaakmat
  enkelvoud meervoud
mannelijk mate mates
vrouwelijk mate mates

Bijvoeglijk naamwoord

mate

  1. dof, mat

Werkwoord

vervoeging van
matar

mate

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van matar
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van matar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van matar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.