maisonnette
Nederlands
Woordafbreking
- mai·son·net·te
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘etagewoning’ voor het eerst aangetroffen in 1959 [1]
- pseudo-Frans. Het woord betekent in het Frans: "klein huisje". Wat in Nederland als maisonnette wordt aangeduid heet in het Frans: duplex (Angel-Saksische herkomst)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maisonnette | maisonnettes |
verkleinwoord | maisonnetje | maisonnetjes |
Zelfstandig naamwoord
maisonnette v
- (bouwkunde) een woning in een groter gebouw, zoals een flat, waarbij meerdere verdiepingen aanwezig zijn per woning
- Die maisonnette daar is een prachtig staaltje vakwerk.
Vertalingen
1. een etagewoning met eigen toegang waarbij woon- en slaapverdieping boven elkaar liggen
Gangbaarheid
- Het woord maisonnette staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
Zelfstandig naamwoord
maisonnette
- (bouwkunde) huisje
- (bouwkunde) maisonnette v; een etagewoning met eigen toegang waarbij woon- en slaapverdieping boven elkaar liggen.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.