huisje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huisje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhœʏʃə/
Woordafbreking
  • huis·je

Zelfstandig naamwoord

huisje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord huis
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord huisje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.