loge

Nederlands

Niet te verwarren met: logé
Uitspraak
Woordafbreking
  • lo·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plaats in theater’ voor het eerst aangetroffen in 1735 [1]
  • afgeleid van het Franse 'loge' [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord loge loges
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

loge v / m [4]

  1. afgeschoten gedeelte in een theater met enige zitplaatsen
  2. vereniging van vrijmetselaars
  3. hokje van een portier
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • ereloge, [2] grootloge, vrijmetselaarsloge
Vertalingen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als aanvoegende wijs.

Werkwoord

vervoeging van
logen

loge

  1. aanvoegende wijs van logen

Gangbaarheid

  • Het woord loge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.