linkerhand

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lin·ker·hand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord linkerhand linkerhanden
verkleinwoord linkerhandje linkerhandjes

Zelfstandig naamwoord

linkerhand v/m

  1. (anatomie) de hand aan die zijde van het lichaam waar gewoonlijk het hart zit
    • Hij schrijft met zijn linkerhand. 
  1. metafoor voor onhandigheid
    • Oh, die heeft twee linkerhanden. 
  1. een (tweede) assistent van een persoon.
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord linkerhand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.