lijnbus
Nederlands
![](../I/m/Evergem_bus_2017.jpg)
lijnbus
Woordafbreking
- lijn·bus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lijn zn en bus zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lijnbus | lijnbussen |
verkleinwoord | lijnbusje | lijnbusjes |
Zelfstandig naamwoord
lijnbus m
- een bus die gebruikt kan worden voor het vervullen van een busdienst voor openbaar vervoer
- Het wegdek is momenteel spiegelglad op veel delen in Hengelo. Door een ongeval tussen een personenauto en een lijnbus op de Hasselerbaan staat het verkeer voor een groot gedeelte muurvast.[1]
- Een experiment met een zelfrijdende bus in Wageningen, die zou rijden tussen de universiteit en het station, ging ook niet goed. De busjes mogen de campus niet af. Op afgesloten tracés kunnen zelfrijdende voertuigen zich al aardig redden. Voordat de jakkerende lijnbus vervangen is door een autonome zijn we tientallen jaren verder, verwacht Martens.[2]
Gangbaarheid
- Het woord lijnbus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lijnbus' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia Michel van Ballegooij 11-DECEMBER-2017
- Volkskrant Jurre Van den Berg 21 september 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.