lichtmis
Nederlands
Woordafbreking
- licht·mis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van licht zn en mis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lichtmis | lichtmissen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
lichtmis m [1]
- iemand die het leven niet al te serieus neemt
- Van Lennep gebruikt woorden en uitdrukkingen die je nog maar zelden tegenkomt. Een flauwe grap noemt hij een laffe ui. Een zekere Van Vessem wordt door hem een platluis en een doortrapte lichtmis genoemd. Een platluis is een ‘armoedzaaier’; lichtmis is een verouderd woord voor onder meer ‘losbol, iemand die zich aan uitspattingen overgeeft’. [2]
- 2 februari, katholieke feestdag Maria-Lichtmis
- et is vandaag 2 februari, traditioneel Maria-Lichtmis. Op deze dag eten heel wat gezinnen pannenkoeken. Een traditioneel recept is altijd een schot in de roos, maar u kunt ook boekweitpannenkoeken of een vegan versie op tafel toveren. [3]
- Het lustrum wordt gevierd op Lichtmis, 2 februari. Zangeres Jasmine Vermassen brengt vanaf 21 uur een keuze uit haar repertoire. De dochter van advocaat Jef Vermassen heeft inmiddels al heel wat optredens achter de rug. [4]
Gangbaarheid
- Het woord lichtmis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lichtmis' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Ewoud Sanders 11 mei 2015 Een doortrapte lichtmis
- De Standaard 2 februari 2018 Maria-Lichtmis: verschillende soorten pannenkoeken
- De Standaard 1 FEBRUARI 2018 Honger? Busje brengt u naar de dagschotel
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.