playboy
Nederlands
Woordafbreking
- play·boy
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘voor zijn plezier levende, rijke jongeman’ voor het eerst aangetroffen in 1965 [1]
- Uit het Engels overgenomen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | playboy | playboys |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
playboy m
- iemand die voornamelijk doende is met dingen die die graag doet (behalve werken), zoals reizen en vrouwen versieren, meestal met voldoende geld en soms een nietsnut
- (voeding) een extra lange cervela
Gangbaarheid
- Het woord playboy staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'playboy' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.