levensloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van leven met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -s-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen levenslooslevenslozerlevensloost
verbogen levenslozelevenslozerelevenslooste
partitief levenslooslevenslozers-

Bijvoeglijk naamwoord

levensloos

  1. zonder leven
    • Na het lopen van de 4 daagse kwam hij levensloos over de eindstreep. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'levensloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.