levenloos
Nederlands
Woordafbreking
- le·ven·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | levenloos | levenlozer | levenloost |
verbogen | levenloze | levenlozere | levenlooste |
partitief | levenloos | levenlozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
levenloos
- zonder leven
- Na het lopen van de 4 daagse kwam hij levenloos over de eindstreep.
Gangbaarheid
- Het woord levenloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'levenloos' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.