leuren
Nederlands
Woordafbreking
- leu·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘venten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1540 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
leuren |
leurde |
geleurd |
zwak -d | volledig |
Synoniemen
- [1] colporteren, venten
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord leuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'leuren' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "leuren" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- venten leuren op website: Etymologiebank.nl
- bedriegen leuren op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- sleuren leuren op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.