sleuren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sleu·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘slepen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1539 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sleuren
sleurde
gesleurd
zwak -d volledig

Werkwoord

sleuren

  1. overgankelijk moeizaam of gewelddadig (mee)slepen.
    • De trein sleurde de vrachtwagen honderden meters over het spoor. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord sleuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.