lede
Nederlands
Woordafbreking
- le·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lede | - |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Afgeleide begrippen
- ledebraak
Uitdrukkingen en gezegden
- Iets met lede ogen aanzien
jaloers zijn, iets met spijt aanzien
Gangbaarheid
- Het woord lede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lede' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Deens
Woordafbreking
- le·de
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˡleːdə/
Woordafbreking
- le·de
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lede |
leder |
ledet leda |
ledet leda |
Klasse 1 zwak |
lede
- «Han leder hunden i bånd.»
- Hij leidt de hond aan de lijn.
- «Han leder hunden i bånd.»
- overgankelijk leiden (een bepaalde richting geven)
- «Hun leda samtalen inn på et nytt emne.»
- Ze leidde het gesprek naar een nieuw onderwerp.
- «Hun leda samtalen inn på et nytt emne.»
- «Dere leda kloakken ut i sjøen.»
- Zij leidden het rioolwater eruit naar het meer.
- «Dere leda kloakken ut i sjøen.»
- overgankelijk geleiden (doorlaten)
- «Vann leder elektrisitet.»
- Water geleidt elektriciteit.
- «Vann leder elektrisitet.»
- overgankelijk leiden (leidinggeven)
- «Hun leder en bedrift.»
- Ze leidt een bedrijf.
- «Hun leder en bedrift.»
- onovergankelijk leiden (vooropgaan of bovenaan staan, een voorsprong hebben, aan kop lopen)
- «Ajax leder i Premier League i fotball.»
- Ajax leidt in de eredivisie van het voetbal.
- «Ajax leder i Premier League i fotball.»
Synoniemen
- [1-2] føre
Zelfstandig naamwoord
lede m
- een diep gevoel van onlust aan het leven
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | lede | leden | ||
genitief | ledes | ledens |
Afgeleide begrippen
- livslede
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˡleːdə/
Woordafbreking
- le·de
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord leiða.
Werkwoord
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lede |
ledar |
leda |
leda |
Klasse 1 zwak |
lede
Synoniemen
- [1-2] føre
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- leiing, leiemotiv, leiar, leiestjerne, leietråd
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.