led
Nederlands
![](../I/m/Verschiedene_LEDs.jpg)
Leds
Uitspraak
- Geluid: led (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /lɛt/
- (Vlaanderen, Brabant): /lɛt/
- (Limburg): /lɛt/, /lɛd/
Woordafbreking
- led
Woordherkomst en -opbouw
- Komt van de Engelse woordencombinatie "light emitting diode".
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | led | leds |
verkleinwoord | ledje | ledjes |
Zelfstandig naamwoord
led m
- (elektrotechniek) (letterwoord) een lichtuitzendende (lichtemitterende) diode en een elektronische lichtbron
- Blauwe ledjes zijn een latere uitvinding dan rode of groene.
Vertalingen
1. (elektrotechniek) (letterwoord) een lichtuitzendende (lichtemitterende) diode en een elektronische lichtbron
Gangbaarheid
- Het woord led staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'led' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.