lee

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  lee    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lee
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘watering’ voor het eerst aangetroffen in 820 [1] [2] [3] [4] [5]
enkelvoud meervoud
naamwoord lee leeën
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

lee

  1. lende
  2. scharnier
  3. wetering
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid
  • Het woord 'lee' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen
  1. "lee" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. lee op website: Etymologiebank.nl
  3. lee op website: Etymologiebank.nl
  4. lee op website: Etymologiebank.nl
  5. lee op website: Etymologiebank.nl

Spaans

Werkwoord
vervoeging van
leer

lee

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van leer
  1. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van leer
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.