lazeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·ze·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘smijten’ voor het eerst aangetroffen in 1896 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lazeren
lazerde
gelazerd
zwak -d volledig

Werkwoord

lazeren

  1. ergatief, (informeel) vallen
    • Hij maakte een misstap en lazerde van het perron. 
  1. (informeel) gooien, smijten
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord lazeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.