kruiwagen

[1] Een kruiwagen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krui·wa·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘eenwielig voertuig’ voor het eerst aangetroffen in 1343 [1]
  • samenstelling van  krui ww  en  wagen  
enkelvoud meervoud
naamwoord kruiwagen kruiwagens
verkleinwoord kruiwagentje kruiwagentjes

Zelfstandig naamwoord

kruiwagen m

  1. een éénwielige kar met twee lange handgrepen voor het transport van zware, meestal losse lading
  2. (figuurlijk) iemand die een persoon aan een baan helpt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kruiwagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.