pabo

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·bo
enkelvoud meervoud
naamwoord pabo pabo's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

pabo v

  1. (onderwijs) hbo-opleiding voor leraren in het basisonderwijs
Afgeleide begrippen
  • pabostudent
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord pabo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
27 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.