koudvuur
Nederlands
Woordafbreking
- koud·vuur
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gangreen’ voor het eerst aangetroffen in 1557 [1]
- samenstelling van koud en vuur [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koudvuur | koudvuren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
koudvuur o
- (medisch) de afsterving en ontbinding van een levend organisme
- Het koudvuur had een rottingsstank.
Vertalingen
1. de afsterving en ontbinding van een levend organisme
Gangbaarheid
- Het woord koudvuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'koudvuur' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.