gangreen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gan·green
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘koudvuur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1595 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gangreen -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

gangreen o [2]

  1. (medisch) de afsterving en ontbinding van een levend organisme
    • Het vochtige gangreen had een rottingsstank. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gangreen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.