gangreen
Nederlands
Woordafbreking
- gan·green
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘koudvuur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1595 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gangreen | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
gangreen o [2]
- (medisch) de afsterving en ontbinding van een levend organisme
- Het vochtige gangreen had een rottingsstank.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. de afsterving en ontbinding van een levend organisme
Gangbaarheid
- Het woord gangreen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gangreen' herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.