komkommer
![](../I/m/Gurke_Apr08.jpg)
Komkommer.
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: komkommer (hulp, bestand)
- IPA: / kɔmˈkɔmər /
- (Noord-Nederland): /kɔm.ˈkɔ.mər/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /kɔm.ˈkɔ.mər/
Woordafbreking
- kom·kom·mer
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘langwerpige vrucht’ voor het eerst aangetroffen in 1515 [1]
- van Frans concombre [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | komkommer | komkommers |
verkleinwoord | komkommertje | komkommertjes |
Zelfstandig naamwoord
komkommer v/m
- (voeding) Cucumis sativus
een langwerpige vrucht die men vooral rauw als salade eet
Afgeleide begrippen
- komkommerdressing, komkommersalade, komkommerschijf, komkommersla, komkommersoep, komkommertijd, zeekomkommer
Vertalingen
1. Cucumis sativus, een langwerpige vrucht die men vooral rauw als salade eet
|
|
Gangbaarheid
- Het woord komkommer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'komkommer' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.