koekje

Koekjes.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koek·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord koekje koekjes

Zelfstandig naamwoord

koekje o dim. tant.

  1. (voeding) een klein baksel dat meestal bij de koffie of thee genuttigd wordt
    • De jongens wilden graag een koekje hebben. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Een koekje van eigen deeg geven/krijgen
behandeld worden zoals je anderen behandelt
Overerving en ontlening
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

koekje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord koek

Gangbaarheid

  • Het woord koekje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.