knoeierig

• Geluid:  knoeierig    (hulp, bestand)

• knoei·e·rig

• naamwoord van handeling knoeien suff|nld|-erig}}

knoeierig [1]

1. van iets dat het niet netjes en opgeruimd is

1. • Het is het tegenovergestelde van de vaste formule: Dwight is onhandig, impulsief en krijgt geen enkele voldoening. Zwartkomisch is het bijna, maar Blue ruin ontvouwt zich vooral als een benauwend drama, waarin Dwight uit alle macht zijn familie moet beschermen tegen represailles. Binnen het kalme tempo van de film zorgt dat voor momenten van knoeierige en expliciete geweldsexplosies. [2] 

1. • De bouwcrisis is voorbij en dat zullen we weten ook. Neem het centrum van Den Haag. Overal bonkt, stampt, gromt en drilt het. Vanaf het Centraal Station – waar een torencomplex in aanbouw is – is het één knoeierig parcours van schermen, loopplaten en noodmarkering langs het te verrijzen cultuurcomplex aan het Spui. En dan moet de jarenlange renovatie van het Binnenhof nog beginnen. [3] 

• slordig, onnauwkeurig, kliederig, morsig, vuil, flodderig, prutserig, ordeloos, wanordelijk, amateuristisch, kladderig

• nauwgezet, keurig

• Het woord knoeierig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'knoeierig' herkend door: