kladderig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klad·de·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van klad met het achtervoegsel -erig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen kladderigkladderigerkladderigst
verbogen kladderigekladderigerekladderigste
partitief kladderigskladderigers-

Bijvoeglijk naamwoord

kladderig [1]

  1. vol met kladden
    • Was het toch niet beter geweest dat een eigentijdse Piero della Francesca doek en penseel had genomen en Hendrik Johannes Cruijff had vereeuwigd als Jezus Christus. In rood gewaad, met Rinus Michels, Jaap van Praag, Piet Keizer, Johan Neeskens, Jan van Beveren, en nog een stelletje vrome bedelaars knielend aan zijn voeten? Daarmee was toch alles gezegd. Het schilderij had alvast meer kleur gegeven aan de Arena - die stugge betonmolen - dan het kladderige hoofd van J.C. dat er nu hangt. En Danny had gewoon op zaterdag naar de kapper kunnen gaan, zoals ze altijd doet. Nu staat het mens een weekend lang tussen lorrenboeren die in oud papier doen. En ze was al zo onzeker over de schoonheid der jaren die ze in en met zich draagt.[2] 
  1. smerig en vuil
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord kladderig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.