ordeloos
Nederlands
Woordafbreking
- or·de·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ordeloos | ordelozer | ordeloost |
verbogen | ordeloze | ordelozere | ordelooste |
partitief | ordeloos | ordelozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ordeloos
- zonder orde
- In de klas van de jonge leraar leek het een ordeloze puinhoop maar ondertussen leerden te kinderen wel heel veel.
Gangbaarheid
- Het woord ordeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ordeloos' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.