ordeloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·de·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van orde met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ordeloosordelozerordeloost
verbogen ordelozeordelozereordelooste
partitief ordeloosordelozers-

Bijvoeglijk naamwoord

ordeloos

  1. zonder orde
    • In de klas van de jonge leraar leek het een ordeloze puinhoop maar ondertussen leerden te kinderen wel heel veel. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ordeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.