knikker

Glazen knikkers

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knik·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘glazen of stenen balletje als kinderspel’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
  • Naamwoord van handeling van knikken met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord knikker knikkers
verkleinwoord knikkertje knikkertjes

Zelfstandig naamwoord

knikker m

  1. (speelgoed) een balletje van glas, marmer, steen, hout of klei, meestal gebruikt door kinderen om ermee te knikkeren
Hyponiemen
  • ertsknikker, stuitknikker
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
knikkeren

knikker

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knikkeren
    • Ik knikker. 
  2. gebiedende wijs van knikkeren
    • Knikker! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knikkeren
    • Knikker je? 

Gangbaarheid

  • Het woord knikker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.