knikkernoot
Nederlands
Woordafbreking
- knik·ker·noot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van knikker en noot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knikkernoot | knikkernoten |
verkleinwoord | knikkernootje | knikkernootjes |
Zelfstandig naamwoord
knikkernoot v/m
- (plantkunde) Caesalpinia bonduc
een geheel met stekels bedekte struik uit de tropen met op knikker gelijkende vruchten in een harde schaal die voor het galacang-spel gebruikt worden
- Een doodenkele keer spoelt een knikkernoot wel eens aan op een Nederlands strand.
Vertalingen
1. Caesalpinia bonduc
Gangbaarheid
- Het woord 'knikkernoot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.