knapenkoor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kna·pen·koor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knapenkoor knapenkoren
verkleinwoord knapenkoortje knapenkoortjes

Zelfstandig naamwoord

knapenkoor o

  1. (muziek) zangkoor dat uit jonge jongens bestaat
    • de pastoor was dol op alle knapen van het knapenkoor 
Synoniemen
  • jongenskoor
Verwante begrippen
  • kinderkoor
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'knapenkoor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.