kilo

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ki·lo
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kilogram’ voor het eerst aangetroffen in 1866 [1]
  • Van het Oudgriekse "χίλιοι" (duizend) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kilo kilo's
verkleinwoord kilootje kilootjes

Zelfstandig naamwoord

kilo m

  1. (natuurkunde) (eenheid) (afkorting) informele afkorting van "kilogram" de SI-eenheid van massa (symbool: kg)
    • Op zo'n grote massa (hoeveelheid) maakt een kilo meer of minder niets uit. 
  1. (economie) (eenheid) (verouderd) informele afkorting van "kilogram" (kilogramkracht) een eenheid voor een gewicht of kracht, (niet volgens het SI-stelsel, maar heel gebruikelijk)
    • De prijs per kilo is ongeveer gelijk aan die van onze concurrent. 
  1. (spellingsalfabet) spelwoord van het ITU/NAVO-spellingalfabet voor de letter k
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kilo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Zelfstandig naamwoord

kilo

  1. kilo
  2. Zuid-Afrika: kilometer
    • A few kilo's down the road the spotlight caught a pair of yellow eyes and we discovered they belonged to a lone lioness.[1] 

Verwijzingen

Frans

Zelfstandig naamwoord

kilo m

  1. kilo


Spaans

enkelvoud meervoud
kilo kilos

Zelfstandig naamwoord

kilo m

  1. kilo.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.